Niet iedereen die emoties onderdrukt, krijgt Mind Body Syndroom (MBS). Er zijn omstandigheden en persoonskenmerken die de kans verhogen. De momenten waarop Mind Body Syndroom meestal ontstaat zijn:
- Als je iets overkomt dat ‘de laatste druppel’ is;
- In periode van relatieve rust na een stressvolle tijd;
- In een situatie die overeenkomsten vertoont met een oude situatie waarin veel verdrongen emoties zijn ontstaan.
Waarom de één wel Mind Body Syndroom krijgt en de ander niet, heeft te maken met verschillende factoren. De meest bepalende factor is gedrag: de manier waarop iemand reageert op situaties. Neem twee collega’s die exact hetzelfde werk doen en allebei even druk zijn. De een blijft er rustig onder, terwijl de ander in de stress schiet en de hoeveelheid werk als een bedreiging ervaart.
Waarom reageren mensen zo verschillend op dezelfde situatie? Ook daar kunnen weer allerlei redenen aan ten grondslag liggen. Denk aan iemands opvoeding en genetische aanleg, maar ook aan iemands karakter (optimistisch of juist pessimistisch van aard), vergelijkbare ervaringen uit het verleden en de mate van steun vanuit het sociale netwerk. Wellicht heeft de ene collega recent een burn-out gehad, terwijl de andere collega in de weekenden met zijn partner de hele voetbalvereniging runt en voor wat drukte zijn hand niet omdraait.
Onderstaande eigenschappen worden vaak gezien bij mensen met Mind Body Syndroom:
Hoe weet je of jij of je collega Mind Body Syndroom heeft? Het antwoord daarom lees je in het deel 5, het laatste deel uit deze reeks.
Op de hoogte blijven van de nieuwste blogs? Volg ons op de POWERED by M LinkedIn bedrijfspagina